<< Terug Houtbewerking |
Onderwerpen : |
Aankoop houtmateriaal |
Basis begrippen hout |
Plaatmateriaal |
Dit gebeurt het best bij de HOUTVAKHANDEL, eerder dan bij de doe-het-zelf
zaak. Doorgaans is de prijs voordeliger, het assortiment uitgebreider
(niet alleen qua houtsoorten maar ook qua handelsafmetingen), de kwaliteit
(de conditionering) en het advies (houtprofessionals) beter.
Opslag massief hout |
Kies het houtmateriaal in functie van
de bestemming. Op zich bestaat er niet echt "slecht" of
"minderwaardig" hout. Wat wel mogelijk is, is een slechte toepassing
ervan. Er is een enorme variëteit aan houtsoorten met telkens
specifieke eigenschappen. Bij de bestemming ervan dient met deze
eigenschappen ten volle rekening gehouden.
Zo zal bv. een kwartiers gezaagde plank verschillend gaan werken als een
dosse gezaagde (zie basis begrippen hierna). Nochtans kunnen beide planken
afkomstig zijn uit dezelfde boomstam.
Beuken hout dient niet buiten te worden toegepast want onbehandeld is
het absoluut niet vochtbestendig. Daarentegen is het, vanwege
de hardheid, de dichtheid en de korte vezels, bijzonder geschikt om
te worden toegepast in de keuken (als tafelblad, keukenblok,...)
Omgekeerd wordt een tropische houtsoort met een hoge duurzaamheid beter
niet binnen toegepast.
Dit is niet alleen een kwestie van kostprijs maar ook een kwestie van
respect voor milieu en gezondheid.
Een multiplex, OSB of MDF plaat kan er op het eerste zicht hetzelfde uitzien. Toch kan er kwalitatief een groot verschil zijn met bijgevolg ook een gevoelig prijsverschil. Het al dan niet watervast verlijmd zijn, een brandwerende behandeling en de persdruk zijn belangrijke elementen.
Om de juiste afmetingen en hoeveelheid houtmateriaal te kunnen aankopen
dient vooreerst een houtstaat te
worden opgemaakt. Deze houtstaat omvat per houtsectie
(dit is breedte * dikte) de netto afmetingen om het werkstuk te kunnen
vervaardigen. Probeer zo veel mogelijk houtmateriaal aan te kopen
waarbij de afmetingen zo nauw
mogelijk aansluiten bij de opgestelde houtstaat.
Dit beperkt niet alleen het aantal zaagbewegingen maar wat nog
belangrijker is, het vermijdt verrassingen van kromtrekken.
Afhankelijk van de houtsoort kan het langs doorzagen van een (dikke) balk
in kleinere secties er voor zorgen dat de interne spanningen die in het
hout aanwezig zijn worden verstoord. Zo kan een perfect rechte balk die in
twee delen wordt gezaagd plots gaan kromtrekken en dus twee kromme balken
opleveren. Het is dus beter om een plank te kopen die in de breedte/dikte
niet meer hoeft gezaagd te worden. Een houtsoort zoals eik is hieraan vrij
gevoelig. Ramin daarentegen heeft van dit kromtrekken zo goed als geen
last. Vanwege deze eigenschap wordt het dan ook veelvuldig gebruikt voor
het maken van plinten en lijsten.
Voor ruw hout :
Voor geschaafd hout daarentegen zijn de exacte maten in mm strakker toegepast. Deze elementen zijn immers bestemd voor nauwkeuriger werken.
Voor wat betreft de commerciële lengtes van hout, deze worden meestal verzaagd in een veelvoud van 30cm. Bij aankoop moet steeds naar het bovenste dertigtal worden afgerond waardoor er vaak overschotten zijn. Voor kortere maten kan het dus interessant zijn om grotere lengtes te nemen en deze vervolgens te verzagen.
Voor plaatmateriaal :
De afmetingen en diktes van plaatmateriaal zijn afhankelijk van de
soort van plaat en toepassing. De meest voorkomende afmeting is
1,22m/1,25m * 2,44m/2,50m, met een dikte van 18mm.
Voor met melamine/HPL overtrokken (meubel) spaanplaten of OSB-platen is 60
cm * 2m44/2m50, dikte 18mm eveneens een courante maat.
Maar net zoals plaatmateriaal omvangrijk is qua soorten zijn er veel
verschillende lengtes, breedtes en diktes in de handel verkrijgbaar.
De hierna volgende basisbegrippen omtrent houtmateriaal zijn van belang om, naar gelang de toepassing, het geschikte houtmateriaal te selecteren.
2. kwartier- of radiaal vlak : vlak in de lengterichting evenwijdig aan de houtstralen. 3. dosse- of tangentiaal vlak : vlak in de lengterichting haaks op de houtstralen. Evenwijdig aan de groeiringen |
De manier waarop een plank uit een boom werd gezaagd en het onderscheid
tussen de verschillende snijvlakken is van belang voor de manier waarop
hout zwelt of krimp. Het werken van het hout is niet in alle richtingen
gelijk.
In de lengte (langshout), dit is volgens de groeirichting (in de hoogte)
van de boom, is het werken het minst. Bij de meeste houtsoorten
(uitgezonderd ceder) is dit zo goed als verwaarloosbaar.
In de breedte of dikte is hout meer onderhevig aan werken. De wijze waarop
de vormverandering plaatsvindt is afhankelijk van de ligging van de
groeiringen en de manier waarop een plank of houtsectie uit een boomstam
werd gehaald. De buitenste groeiringen werken meer dan de binnenste :
1. dosse plank | |
heeft een vlamtekening, krimpt naar de buitenkant meer dan aan de hartkant, waardoor de plank kromtrekt of "schotelt". |
|
2. half kwartier plank | |
plank vervormt in dezelfde richting als een dosse plank maar minder. |
|
3. kwartier plank | |
heeft evenwijdige rechte lijnen, in de breedte is er weinig krimp, de plank blijft plat en overal even dik. |
© Pi-design - Wim Huybrecht
Bij de aankoop van massief hout en de toepassing ervan dient met deze
eigenschappen rekening gehouden.
Zo is het "constructief" beter om voor een plankenvloer of parket
kwartiersplanken te gebruiken. Zo wordt schotelen van de planken vermeden,
blijft het parket beter aan de ondergrond vastzitten en is er veel minder
gevaar voor het uitzetten tegen de muren. Ook voor massieve binnendeuren
wordt voor de stijlen het best kwartiersplanken gebruikt. Dit vermijdt dat
de deur gaat klemmen in de deurkader. Daarentegen zijn dosse planken
vanwege de fraaie tekening bijzonder geschikt voor opvulling van
deurvlakken of oppervlakten waarbij het decoratief aspekt van belang is.
Naast het werken van hout volgens de snijvlakken zal hout ook onder invloed van vocht uitzetten of krimpen. Hout is hygroscoptisch, d.w.z. dat het de eigenschap bezit om zich aan te passen aan de vochtigheid van de omgeving. Zo zal hout in een vochtige atmosfeer, wanneer het droger is, vocht opnemen en bij een droog milieu vocht afgeven wanneer het vochtiger is. Dit proces, waarbij hout kan krimpen of zwellen, gaat door tot op het ogenblik dat er met de omgeving een evenwichtsvochtgehalte is bereikt. De mate van reactie op vochtschommelingen bepaald de stabiliteit van hout. Dit is afhankelijk van de houtsoort en kan als volgt worden geclassificeerd :
Zeer goed of |
Goed of |
Middelmatig of |
Zwak of |
Zeer stabiel | Stabiel | Matig stabiel | Weinig stabiel |
Niet alle hout van een boom is geschikt om te worden gebruikt
als houtmateriaal. HARThout : dit is het middenpunt van de boom, of de eerste groeiring. Bij de meeste houtsoorten is dit niet geschikt om te worden verwerkt. Een plank of balk die het hart van de boom bevat heeft een groot risico op scheuren (vanuit het hart). Zo zal een eiken balk die het hart van de boom bevat gegarandeerd scheuren. Dit is niet altijd wenselijk, bv. bij toepassing als schouwbalk of tafelpoot. SPINTHOUT : dit is het hout van de buitenste/jongste groeiringen van de boom. Dit hout is nog niet volledig volgroeid en bij de meeste houtsoorten ONGESCHIKT om in de houtbewerking te worden gebruikt. Het wordt gekenmerkt door een lichtere kleur dan het kernhout. KERNHOUT : dit is het volwassen, bruikbare hout. Het hout is van een donkerder kleur dan het spinthout. Hoe dichter het kernhout gelegen is bij het hart van de boom, hoe harder. Deze eigenschap is goed om weten wanneer de hardheid, duurzaamheid en slijtvastheid van de constructie van belang is. Bv. trappen, parket, buitenschrijnwerk,... Hierbij wordt de hardste zijde, dus de kant met de kleinste diameter van groeiringen naar boven (bij parket, aantrede trap) of naar buiten gekeerd (raam/deur). |
bij padoek is het verschil tussen spint- en kernhout duidelijk te zien, rood/orange kleur = kernhout (foto Pi-Design W. Huybrecht) |
Is de natuurlijke weerstand van hout tegen houtbedervende organismen (houtrot verwekkende schimmels en insecten). De duurzaamheid van kernhout (tegen schimmels) wordt bepaald volgens het aantal jaren weerstand dat het hout onbehandeld en onbeschermd biedt aan een voordurend contact met vochtige grond. Het wordt ingedeeld in 5 klassen :
De duurzaamheidsklasse van een houtsoort is van belang om uit te maken aan welke atmosferische invloeden het kan weerstaan en welke beschermende handelingen er dienen te gebeuren.
Is een reeks van kwaliteitsbepalingen van hout zoals de buigsterkte, stijfheid, druksterkte, hardheid, splijtsterkte en elasticiteitsmodus. Met gestandardiseerde metingen kan aan iedere houtsoort een waarde worden gegeven zodat ze met elkaar kunnen worden vergeleken. Volgens de eisen die worden gesteld aan een constructie kan hierdoor de meest geschikte houtsoort worden geselecteerd. Zo is bv. de houtsoort oregon wegens zijn buigsterkte bijzonder geschikt om te worden toegepast in dakcontructies. Beuk is vanwege zijn hardheid dan weer geschikt om te worden gebruikt als snijplank of als intensief belopen traptrede.
Voor meer technische informatie, beschrijvingen en toepassingen m.b.t.
HOUT kijk op :
www.woodforum.be
www.houtinfobois.be
www.houtinfo.nl
Spaanplaat | Vezelplaat |
||||
Hardboard | Zachtboard | MDF (medium Density Fiberboard) | HDF (High Density Fiberboard) | ||
Vervaardiging | gezeefde, onder druk geperste en met lijm gemengde houtspaanders | uitgestrooid en samengeperst nat vezelmateriaal gebonden met uit hout gewonnen lignine met toevoeging van kunsthars. | op basis van fijn niet geperst vervezeld (populieren)hout, aangelegd met water dat in de droogoven verdampt. Zonder toevoeging van lijm. | met kunsthars gebonden en geperste vezels van gemiddelde densiteit. | idem MDF, maar met fijnere vezels, steviger en zwaarder. |
Soorten |
Bouwspaanplaten
(niet/wel
watervast/groen), Meubel/melamine/ gefineerde spaanplaten, Vlasschevenplaat, Geïmpregneerde |
Oil
tempered,
oil treated, gelakt, geperforeerd, met melamine toplaag |
Apart of op een ander plaatmateriaal gekleefd zoals bv. pleisterplaat. | Gewoon (bruin), watervast (groen), brandwerend (rood), gekleurd, plooibaar, werkbladen, parket, plint-en lijstwerk, planchetten,... | idem MDF |
Toepassingen | goedkope meubelen/binnenafwerking (met fineer, melamine of HPL toplaag), bouwplaten, werkbladen,... | achterkanten kasten, (schilder)binnendeuren, verpakkingsmateriaal | op plaatsen waar sterke geluids- en thermische werking van belang is, zoals deurvullingen, plafonds , scheidingswanden ,... | meubelen/binnenafwerking (al dan niet met fineer, melamine of lak toplaag). | laminaat parket |
Afbeelding | zoom |
zoom |
zoom |
OSB(Oriented Strand Board) | Meubelplaat | Multiplex plaat | |
Vervaardiging | In de lengte gerichte en gelijmde houtschilfers | plaatmateriaal met een kern of vulling van latten met aan beide zijden een laag schilfineer dwars over de kern. | minstens 3 op elkaar gelijmde bladen schilfineer, met gekruisde vezelrichting. |
Soorten |
OSB
1-2-3-4
volgens vocht-/ weersbestendigheid en constructieve eigenschappen
waarbij 1 = binnengebruik, droge omstandigheiden, 4 = weerbestendig en zware constructies. |
Blokplaat, staafjesplaat dekbladen, crosbandplaat | Volgens
uitzicht
: klasse A : dekfineer zonder gebreken. klasse B : fineer met
enkele kleine gebreken/reparaties. klasse C : dekfineer met verschillende fouten. A/B, B/B, A/A : combinaties voor- en achterzijden volgens hierboven beschreven klassen Volgens duurzaamheid : WBP : water boiled proof, MR moisture resistant, CBR weersomstandigheden bestand, INP interieur. Volgens houtsoort/ toplaag : betonplaat (hars), beuk, eik, afzelia, okoumé,... Constructie-, decoratief of speciale multiplex |
Toepassingen | vloeren, plafonds, wanden, dragende constructies. | meubelen, maar nog weinig toegepast. | diverse en uitgebreide toepassingen zowel binnen als buiten. |
Afbeelding |
zoom |
Volkernplaat | Cementvezelplaat | Gipsplaat | |
Vervaardiging | Massieve
vezelplaat
waarbij vezels (dit kan zijn hout-, rotswol-, vlas-,
glasvezel-, stro-, papier-, bagasse- of suikerrietafval-,
koolstof-, aramide-...vezels) onder hoge
druk/temperatuur met toevoeging van een bindmiddel (bv.
fenolhars) wordt samengeperst. Door toevoeging van gekleurde pigmenten zijn uiteenlopende (RAL) kleuren mogelijk. Ook verschillende designs en motieven zijn mogelijk. |
Geperste
vezelplaten
met cement als bindmiddel. Tot en met 1997 werden deze platen met asbestvezels gebonden. Actueel zijn ze asbestvrij (NT). |
Platen op basis van gips waarbij ofwel de kern van het gips wordt ingesloten door karton of het gips samen met papiervezels onder druk worden samengeperst. |
Soorten |
Afhankelijk
van
de fabrikant bestaan er verschillende soorten van
volkernplaten waarbij de samenstelling (soort van vezel) als het
bindmiddel kan variëren. Gekende merken zijn : Trespa (Meteon) en Rockwoolpanel. |
Muurbedekkingsstroken (sidings), onderdakplaten (menuiserite), golfplaten, kunstleien,... | Gipskartonplaten Gipsvezelplaten |
Toepassingen | Zowel buiten- (gevels, dakranden ) als binnentoepassingen (wanden, plafonds, hedendaags meubilair, interieurbouw,...) | Gevels, onderdak, wanden, dakbedekking, interieurbouw | Scheidingswanden, plafonds, geluidsisolerende constructies. |
Afbeelding | trespa
platen zoom rockpanel |
menuiserite sidings |
groene vochtbestendige gipsplaat |
Enkele interessante sites van fabrikanten van plaatmateriaal met een
overzicht van de verschillende toepassingen, kleuren en motieven :
www.egger.be
www.unilin.com
www.spanogroup.be
www.trespa.com
© Pi-design - Wim Huybrecht