<< Terug Houtgereedschappen

Gereedschappen en machines 

Werken met bovenfrees :
Profileringen frezen
Cirkel frezen
Uit losse hand frezen
Frezen met sjabloongeleider
en kopieertaster
Gaten frezen
Groeven frezen
Eclips frezen

Werken met de bovenfrees :

Profileringen frezen

Het rondom frezen van een profilering behoort wellicht tot de meest gekende basisbewerking van een bovenfrees.
Afhankelijk van de gewenste profilering kunnen verschillende soorten profielfrezen worden aangeschaft. Om gemakkelijk langsheen de rand van het werkstuk te geleiden zijn deze frezen voorzien van een aanlooplager, -tap of wieltje.


Een cirkel frezen

Met een bovenfrees kunnen perfecte cirkels worden gemaakt.
Afhankelijk van de grootte van de diameter kan dit op verschillende manieren.


Foto : Pi-Design
Een cirkel met een kleine diameter kan worden gefreesd door gebruik te maken van de bij de bovenfrees bijgeleverde geleidestang (/stangen).  Door een gatje te boren (met een boorstatief) in het uiteinde van de staaf kan een spijker worden geklopt in het middelpunt van de uit te frezen cirkel.  Door de geleidestang te verschuiven en vast te schroeven kan de gewenste diameter worden gefreesd.

Fig.1 geleidestang (foto DeWalt)
Cirkels met een grotere diameter kunnen op verschillende manieren worden gefreesd.
- met een lange geleidestang (zie fig 1).  Het principe voor het frezen van de cirkel is hetzelfde als deze voor een kleine cirkel (zie hierboven).  
- met een aangepaste freescirkel of geleidingsset van de fabrikant van het toestel,
- met een zelfgemaakte freescirkel/-geleiding.

Top

<< Terug Houtgereedschappen

Uit de losse hand figuren frezen

Een bovenfrees kan worden gebruikt uit de losse pols, zonder enige aanslag, waardoor naar eigen inzicht en verbeelding figuren en motieven kunnen worden gegraveerd. Hierbij is controle over de machine en een vaste hand belangrijk. Hierna een aantal tips om met succes vrij te frezen :


fig. 1 geschikte frezen :
1. groeffrees - 2. V-groeffrees - 3. holprofielfrees
4. graveerfrees

Voorbereiding :

- gebruik geschikte frezen.  Graveer-, V-groef-, holprofielfrezen en groeffrezen (zie fig.1) met een kleine diameter zijn geschikt.
- voor een groter contrast wordt het werkstuk best vooraf donderder gekleurd.
- houtsoorten met een fijne nerf (gelijke hardheid van de jaarringen) en vlak geschuurd gaan het gemakkelijkst.
- om vrij zicht te houden over het werkstuk wordt het best een stofafzuiging aangesloten,
- klem het werkstuk goed en stabiel vast en zorg voor een comfortabele werkpositie (werkbank).

fig.2  werkwijze voor het geleiden van de machine
(foto : Festool)
Werkwijze :

- Maak eerst een tekening/schets van de uit te frezen figuur en breng deze over op het werkstuk,
- frees relatief ondiep en in verschillende arbeidsgangen tot de gewenste diepte is bereikt (afhankelijk van de houtsoort),
- geleid de machine met beide handen, waarbij de ene hand rust op de handgreep van de machine en de andere op het werkstuk waarmee de bovenfrees wordt verder bewogen. (zie fig.2)

Top

<< Terug Houtgereedschappen

Frezen met sjabloongeleider en kopieertaster

Met de bovenfrees is het mogelijk om langsheen een mal of werkstuk perfecte duplicaten te maken. 
Dit kan met twee hulpmiddelen :

Fig.1 sjabloongeleider


1. Sjabloongeleider (fig.1) :

Voor een zelf bepaalde vorm kan een mal worden gemaakt waarlangs met de bij de freesmachine standaard geleverde sjabloongeleider kan worden gefreesd.  Monteer hiervoor de sjabloongeleider op de freeszool en gebruik een groeffrees.  
Maak een gewenst patroon/model uit plaatmateriaal met een beperkte dikte (bv. 5-10 mm).  Voor de afmetingen hou er rekening mee dat langsheen het patroon een afstand bijkomt die overeenstemt met de afstand tussen de freeskop en de buitenkant van de sjabloonring die langsheen het patroon glijdt.

Fig.2a kopieertaster vb. DeWalt

Fig.2b kopieertaster vb. Festool


Fig.2c : vastklemmen
Fig.2d : instellen taster
2. Kopieer geleider - kopieertaster (fig.2) :

Dient een bestaand werkstuk exact te worden gekopieerd dan is een kopieergeleider of kopieertastset aangewezen.
Naar gelang de fabrikant zijn er aangepaste sets beschikbaar die op de bovenfrees kunnen worden gemonteerd. Zie voorbeelden Fig2a van DeWalt en Fig.2b van Festool.  
Hierbij is het belangrijk dat de diameter van de frees en de kogellager gelijk zijn.  Als dit niet het geval is dan zal de maat van de kopie verschillen van het origineel.  In de meeste gevallen is dit niet gewenst.

Werkwijze :

- indien een werkstuk moet gekopiëerd worden met een onregelmatige vorm dan wordt het best met een decoupeerzaag alles grof uitgezaagd.  Zaag hierbij buiten de zaaglijn met een max. van 6 mm.

- klem de kopie bovenop het origineel vast (Fig.2c).

- stel de diepte van de taster (kogellager) in zodat deze tegen het origineel loopt (Fig.2d).

- stel de gewenste freesdiepte in waarbij er rekening wordt mee gehouden dat dikker materiaal in verschillende freesstappen (max. 10 mm per stap) dient gefreesd te worden.

- plaats de bovenfrees op het werkstuk en zorg ervoor dat vooraleer de machine aan te schakelen de freeskop het werkstuk niet raakt.

- geleidt de machine langsheen de contour van het orgineel en doe dit tegen de draairichting van de frees in.

- herhaal deze bewerking met een lagere freesdiepte in het geval er in meerdere freesstappen dient gefreesd te worden.

Top

<< Terug Houtgereedschappen

Gaten frezen

Een bovenfrees is uitermate geschikt om volgens een bepaalde diepte-instelling gaten te boren. Met aangepaste accessoires kan de machine worden gebruikt als alternatief voor een boorstatief of -kolom. 
Hierna twee mogelijkheden van het boren van gaten :

1. met de beslagboor :


Fig. 1 set voor beslagboor (foto Festool)
Een beslagboor wordt gebruikt voor het boren van gaten van potscharnieren in kasten.  De standaard diameter van de meest gebruikte potscharnieren is 35 mm, maar 26 mm is ook mogelijk. Om het gat te boren wordt gebruikt gemaakt van een beslagboor met desbetreffende diameter (35-26 mm).  
Bij het boren is het belangrijk dat de bovenfrees niet kan verschuiven en dat de afstand van het gat ten opzichte van de rand van de kastdeur perfect klopt met de door de fabrikant van de scharnieren opgegeven afmetingen.  
Sommige fabrikanten van bovenfrezen bieden hiertoe systeem toebehoren aan bestaande uit een geleideplaat/-rail met centreer, zijaanslag en klem mogelijkheden.  Zie fig. 1, voorbeeld van Festool.

Fig.2a  (foto pi-design)
Een behoorlijk resultaat kan echter ook worden bereikt met een zelf gemaakt systeem (zie fig. 2a-b-c-d)
 
Om de bovenfrees te kunnen fixeren wordt een mal gemaakt die de machine omsluit (zie fig.2a).

Fig.2b (foto pi-design)
Deze mal wordt samen met de bovenfrees tegen een aanslaglat geschoven en vastgeklemd (fig. 2b).

Fig.2c (foto pi-design)
Om de juiste afstand van het te boren gat ten opzichte van de kastrand te realiseren wordt een op maat gemaakte lat (zie rode lijnen) geplaatst tussen de aanslaglat en de deurkast (zie fig.2c).

Fig.2d klapscharnier (foto pi-design)


Indien een ander type van scharnier dient gefreesd (bv. een klapscharnier fig. 2d) met een ander centreerpunt of diameter dan kan een andere lat (zie fig. 2c met rode lijnen aangegeven) met een aangepaste breedte worden geplaatst.

2. met de deuvelboor :


Fig. 1 (foto Festool)

Fig.2 (foto Festool)


Een deuvelboor wordt gebruikt voor het boren van gaten voor de bevestiging van plankendragers (plastiek/metalen deuvels),  ladegeleiders en doorgangen voor verbindingsschroeven.  De standaard diameter van de boor is 5 mm. 
Een algemeen aanvaarde standaard in de meubelbouw van de onderlinge afstand tussen de boringen is het 32 mm systeem.  
Om een beperkt aantal gaten te boren is dit nog te doen met een systeem zoals hierboven beschreven, maar een hele rij gaten boren is echter moeilijk en tijdsrovend. Hiervoor leveren sommige fabrikanten toebehoren bestaande uit een geleideplaat/-rail met centreer, zijaanslag en klem mogelijkheden (zie fig. 1 en 2).  De geleiderail is voorzien van gatenrijen volgens het 32 mm systeem.  De bovenfrees schuift in de geleideplaat en via een pin en wipschakelaar die in het voorziene gat op de rail valt wordt telkens de juiste boorpositie bepaald. (zie fig.2, voorbeeld van Festool).

Top

<< Terug Houtgereedschappen

Groeven frezen

Een bovenfrees is uitermate geschikt voor het frezen van zowel smalle (afhankelijk van de breedte van de frees) als brede al dan niet doorlopende groeven en sponningen. Bij het maken van groeven heeft de bovenfrees ten opzichte van een zaagmachine het grote voordeel dat gemakkelijk gecontroleerd om op het even waar kan gestopt worden. Manueel kapwerk wordt hierbij tot een minimum beperkt.

Hierna drie werkwijzen voor het frezen van groeven :

1. Met parallelaanslag :

De parallelaanslag is standaard aanwezig bij een bovenfrees en wordt met twee geleidestangen zijdelings aan de machine gemonteerd.  Met een groeffrees en door de stangen op de gewenste afstand in te stellen kan een groef worden gefreesd.  

Werkwijze instellen van de parallelaanslag :
- teken een freeslijn op het werkstuk,
- druk de freesmotor naar beneden totdat de frees het werkstuk raakt en blokkeer de machine,
- plaats de bovenfrees op de freeslijn waarbij de buitenste snijkant van de frees samenvalt met de freeslijn,
- schuif de parallelaanslag tegen het werkstuk en draai deze vast op de geleidestangen.

Omdat de geleiding enkel aan één zijde gebeurd bestaat het risico dat de frees naar de buitenrand kan uitschieten.  
Daarom is het belangrijk om :

1. in de juiste richting te frezen (zie de juiste freesrichting),
2. de bovenfrees goed vast te houden,
3. niet te diep ineens te frezen maar in verschillende stappen (zie hierboven, freesdiepte instellen).
4. in één vlotte en constante beweging te frezen. 

2. Met geleiderail :


Afbeelding Festool
Om de bovenfrees te geleiden leveren sommige fabrikanten verschillende toebehoren.  Doorgaans is dit het beste systeem omdat de bovenfrees vlot kan glijden in een geleiderail en snel klemmen en afstellen mogelijk is.  Wegens de snelheid en precisie waarmee kan gewerkt worden zal de professionele houtbewerker hieraan de voorkeur geven. 
Afbeelding Festool

3. Met zelfgemaakte geleide mal en sjabloongeleider :



Een aantal voorbeelden zelfgemaakte geleiders
Er kunnen verschillende modellen van groefgeleiders zelf worden gemaakt.  
Ze hebben echter allen dezelfde eigenschappen :

- geleiden de freesmachine aan beide zijden zodat uitglijden aan één kant wordt uitgesloten,
- het geleiden kan gebeuren door ofwel de machine (1), ofwel de sjabloongeleider (zie hierboven, frezen met  sjabloongeleider) te laten glijden tussen twee latten/vlakken (2-3-4),
- voor een flexibel gebruik zijn de geleiders in de breedte en lengte verstelbaar door middel van schroeven (2-3),
- worden op het werkstuk vastgeklemd.

Een eclips frezen

In voorbereiding

Top

<< Terug Houtgereedschappen

© Pi-design - W. Huybrecht