Top
zoomTop
zoomTop
Top
Top
zoomTop
zoom| << Terug overzicht woordenlijst |
| A | B | C | D | E | F | G | H | K | L | M | N | O | P | R | S | T | V | W | Z |
| Terminologie | Afdeling | Verklaring | Afbeelding |
| kernhout | houtmateriaal | dit
is het volwassen en voor de houtbewerking bruikbare hout. Het hout is
meestal van een donkerder kleur dan het spinthout. Top |
zoom |
| kopvlak - kops hout/vlak/kant | houtmateriaal | hout-,
snijvlak haaks op de lengteas van de stam. Wordt ook transveraal
vlak genoemd. Top |
zoom |
| krimpen | houtmateriaal | Eigenschap
van hout waarbij onder invloed van het vochtgehalte het
volume gaat verminderen. Top |
|
| kromtrekken | houtmateriaal | Vervorming
van hout dat afwijking van de oorspronkelijk vlakte
veroorzaakt, ontstaat gewoonlijk tijdens het drogen maar kan ook
voorkomen bij het langsdoor zagen. Kromtrekken kan in de lengte of in
de breedte plaatsvinden of de vorm aannemen van een verdraaiing
(scheluwte). Top |
|
| kruishout | gereedschap | is een houten schuiflat waarmee kruishoutlijnen door middel van een scherpe nagel kunnen worden gemarkeerd. | |
| kurk/kurkgat | deuren | ook
nog genoemd entrée, noot, tuimelaar of klink. De kurk is het
handvat om de deur/raam te openen. Het gat waardoor de stang van de
kurk wordt gestoken wordt het kurkgat (zie afbeelding) genoemd. Top |
zoom |
| kwartiersplank | houtmateriaal | Plank
met aan de zichtbare lengterichting een gestreepte tekening. De
groeiringen staan haaks op het houtoppervlak van de zichtbare
lengterichting. Top |
|
| (op) kwartier zagen | houtmateriaal | Is een manier van zagen van een boom waarbij zo veel mogelijk kwartierse planken worden gehaald. Hierbij wordt het rondhout (stam) volgens twee loodrecht op elkaar staande vlakken in vier delen gezaagd (zoals een kwartier van een horloge). |
zoom |
| A | B | C | D | E | F | G | H | K | L | M | N | O | P | R | S | T | V | W | Z |