<< Terug Houtbewerking

Houttechnieken


Onderwerpen :
Werkvoorbereidingen
Lijmen en klemmen
Specifieke klemtips
Hout schuren
Rechte hoek uitzetten
Houtverbindingen maken
Breedteverbindingen
Lengteverbindingen
Hoekverbindingen

Werkvoorbereidingen :

Een werkvoorbereiding is essentieel om een werkstuk op een efficiënte, economische en kwalitatieve wijze te maken.  Een goede planning is bij wijze van spreken "half gewonnen".  Het omvat de volgende stappen :

1. Schets/werktekening maken

2. Houtstaat maken

3. Uitsmetten/zaagschema maken 

4. Afkorten en schulpen 

5. Schaven

6. Paren 

7. Afschrijven 

Lijmen en klemmen :

Tegenwoordig bestaan er houtlijmen die sterker zijn dan het houtmateriaal zelf. Breken gebeurt eerder bij het houtmateriaal dan bij de lijmnaad. Dit op voorwaarde dat het lijmen met de nodige zorg is gebeurd, dat wil zeggen :

Planken die aan elkaar worden verbonden met tand en groef mogen NIET worden gelijmd. Zeker voor planken die buiten worden toegepast, en die onderhevig zijn aan een ruime werking (uitzetten en krimpen) is dit belangrijk.
De werking (in de breedte) van het hout moet worden opgevangen door de iets dieper gefreesde groef. Als deze tand en groef verbinding wordt toegelijmd kan het hout hier niet meer vrij bewegen en is er een sterk risico op scheuren, kromtrekken, klemmen, opstuwing en loskomen.
Deze planken worden het best genageld (met inox nagels voor buiten en schuin tegenoverliggend of in V-verband ingeslagen) of gevezen op een kader of lattenwerk. Op de kader mag eventueel wel lijm worden aangebracht.
Wil men deze planken toch vast en stabiel verlijmen dan worden deze het best op een (watervaste) multiplex plaat gelijmd.
Als zowel de voorkant als de achterkant hetzelfde massieve uitzicht dient te hebben (bv. bij een tuinpoort), dan zal zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de multiplexplaat planken te worden gelijmd. Hou er wel rekening mee dat dit een zware constructie wordt waarvoor navenante maatregelen dienen getroffen te worden (scharnieren, verankeringen,...).

Top

Specifieke klemtips volgens het te verlijmen en te klemmen houtmateriaal :


 zoom
breedteverbindingen :
Bij breedteverbindingen worden verschillende planken in de lengte aan elkaar geplaatst waardoor een brede plank ontstaat. Er zijn verschillende verbindingen mogelijk om een plankverbreding uit te voeren. De belangrijkste zijn vlakke of koude verlijming, met losse veren, tand en groef, deuvel-/lamellen verbindingen en met verlijmingsprofielen (zie houtverbindingen maken - breedte verbindingen ). Ongeacht de verbindingstechniek wordt alles op dezelfde manier geklemd.

Hierna een aantal tips :

  • Het samenspannen van breedteverbindingen gaat het beste met lijmknechten .
  • Wanneer lijmtangen (spanschoeven of sergeanten) worden gebruikt voor het klemmen, plaats deze dan in tegenovergestelde richting, bv. 1 onderaan, 1 bovenaan en/of met de bekken in tegenovergestelde richting. Op die manier wordt vermeden dat de werkstukken bij het opspannen te veel naar één richting worden getrokken.
  • Om er voor te zorgen dat de planken in de dikte zo goed mogelijk op hun plaats blijven en een zo egaal mogelijk vlak vormen wordt het best op de twee uiteinden dwars over de breedteverbinding, zowel bovenaan als onderaan balkjes vastgeklemd. Om te vermijden dat de balkjes door uitlopende lijm mee worden vastgeplakt aan het werkstuk dienen deze te worden gescheiden door (kranten)papier. Dit meegelijmd papier kan achteraf gemakkelijk worden weggeschrapt.
    Een andere mogelijkheid is om op de naden en langs beiden uiteinden telkens een  lijmtang te plaatsen.

  • Fig.1

    Fig.2
    rechte hoekverbindingen :
    Een handige tip om lange stukken (bv. tafelpoten) perfect haaks te verlijmen is om ijzeren hoekijzers te gebruiken (fig.1).

    Om T- of L-verbindingen (bv. planken van kasten) op een exacte en snelle manier te klemmen bestaat een nieuwe soort van spanschroef, nl. een
    uniklem(fig.2).

    Fig.1a Fig.1b verstek gezaagde hoek(kader)verbindingen :
    Er bestaan verschillende manieren om in verstek gezaagde hoekverbindingen te klemmen. De methode die wordt gebruikt hangt af van de breedte en de dikte van de stijlen en regels :

  • kader span schroef (Fig.1a en 1b) : wordt dikwijls toegepast bij het klemmen van kaders.
  • Fig.2
  • kaderspanner met koord (Fig.2) : kan in verschillende omstandigheden worden gebruikt. In de handel zijn kaderspanners in diverse uitvoeringen en afmetingen beschikbaar. Een kaderspanner kan ook gemakkelijk zelf worden gemaakt. Dit kan door zelf houten L-hoekblokjes te maken en hierrond een dubbele koord te spannen. De koord kan worden opgespannen door een blokje hout tussen de beide koorden te steken en op te draaien. Wel opletten voor uitvloeiende lijm die de houten hoekblokjes kan vastlijmen aan de kader.
  • Fig.3
  • klemhout en spieën (Fig.3) : hierbij wordt de verstek gezaagde kader uitgelegd op een plaat of  werkbank voorzien van gaten. Op elke hoek worden twee spillen (rondhout) uitgezet waar tussen de kader en deze spillen spieën worden geklemd.


  •  zoom
     Fig.4
  • kaderklem (Fig.4) : dit is een snel regelbare kaderklem waarbij vier hoeken van 90° rond het frame worden geplaatst en opgespannen door twee centraal geplaatste vleugels.  Deze kaderklem is gemakkelijk zelf te maken. 



  • Fig.5
  • houten L-hoeken en spanschroeven (Fig.5) : in plaats van de hoeken te klemmen met een spankoord worden de hoeken vastgeklemd met klemmen.

  • verstek gezaagde lengte(plaat)verbindingen :
    Er bestaat een eenvoudige manier om verstek gezaagde lengteverbindingen bij het lijmen perfect op hun plaats te houden, nl. gebruik maken van "plakband" :

  • plaats de twee platen aansluitend naast elkaar met de scherpe hoeken naar boven. Dus omgekeerde V-kant naar beneden (zie fig. 1).
  • plak op geregelde afstanden (in één stuk aansluitend is niet aan te raden vanwege geen zicht/controle op de aansluiting) plakband.
  • draai de beide platen om en breng de lijm aan (zie fig. 2).
  • plooi de platen dicht onder een hoek van 90°(zie fig. 3).
  • zorg voor haakse versteviging (zie fig. 4) zodat de beide platen mooi onder een hoek van 90° blijven bij het drogen van de lijm. Zoals afgebeeld in fig. 4 kan dit op verschillende manieren.
  • Top

    Hout schuren :

    Alle houtmateriaal dient voor het wordt afgewerkt en behandeld geschuurd te worden. Ook machinaal geschaafd hout dient vlak te worden geschuurd. Dit is nodig om de machineslag van de schaafmessen te verwijderen.

    Voor een goed resultaat dient het vlakschuren in een aantal stappen te gebeuren :

    Top

    Een rechte hoek uitzetten :

    Een haakse hoek uitzetten over een korte afstand gaat gemakkelijk met een winkelhaak. Belangrijk hierbij is dat de winkelhaak nog steeds een perfecte hoek van 90° vormt. Vooral houten winkelhaken kunnen na verloop van tijd afwijkingen geven.
    Dit controleren kan met de volgende werkwijze :

  • plaats de winkelhaak langsheen een rechte lijn van een plaat (fig.1),
  • teken met behulp van de winkelhaak een loodrechte lijn op de plaat (fig.2),
  • draai de winkelhaak om, dit is spiegelen rond de loodrechte lijn (fig.3),
  • als de winkelhaak perfect 90° is zal deze de loodrechte lijn volgen, indien dit niet het geval is zit hier een afwijking op en kunnen hiermee geen perfecte haakse hoeken worden uitgezet.
  • Als rechte hoeken over een grotere afstand dienen uitgezet te worden (bv. plaatsen van gipskartonplaten in een kamer, coufrage maken voor het grondvlak/plateau van een tuinhuis,...) dan kan dit nog moeilijk met, een zelfs groter exemplaar van winkelhaak.
    Hiervoor zijn de volgende methodes aangewezen :

  • 3-4-5 methode : dit is een eenvoudige methode waarbij geen enkele wiskundige kennis nodig is. Hierbij wordt een driehoek uitgezet met drie punten a, b en c. Het verbinden van de punten kan met koorden, rechte latjes of gewoonweg door markering op het grondvlak.
    Eerst worden de haakse lijnen uitgezet (stap 1 en stap 2 van de figuur), waarbij de afstand tussen a (hoek) en b = 3 (meter, of 30 cm of een veelvoud van 3 bv. 6) en de afstand tussen a (hoek) en c = 4 (m, of 40cm of veelvoud van 4, bv. 8).
    De haakse hoek wordt gecontroleerd door de punten b en c, of de schuine zijde, te verbinden (zie stap 3). Dit moet de afstand 5 (m) zijn. Is dit niet het geval dan dienen de punten b of c zodanig aangepast te worden zodat deze schuine zijde perfect de afstand 5 is.


  • de stelling van pythagoras : dit is de wiskundige uitleg van de 3-4-5 methode. De stelling van Pythagoras wordt gebruikt om bij een rechthoekige driehoek de lengte van de schuine zijde te bepalen. Dit wil zeggen dat deze stelling ook kan worden gebruikt om een rechte hoek uit te zetten. Dit kan met de volgende stappen :
    1. : meet (mag ev. willekeurig zijn) de twee zijden vanuit de hoek, d.w.z. de afstand tussen de punten a en b (= lengte A) en a en c (= lengte B),
    2. : bereken de lengte van de schuine zijde (= lengte C) met de formule : A² + B² = C² of de schuine zijde C =
      _______
     A2 + B2

    In het geval van de 3-4-5 methode is dit :
      _______
     32 + 42
    of
      _______

    ___

     9 + 16 of 25 = 5
  • Top

    Houtverbindingen maken :

    Volgens de (vezel)richting van de te verbinden houtstukken kunnen er drie categoriën worden onderscheiden :

    1. Breedteverbindingen : dit zijn verbindingen evenwijdig aan de vezelrichting (bv. tafelbladen, deurpanelen,...).  Bedoeling is om meerdere planken aan elkaar te verlijmen tot een voldoende breed vlak.  Om te vermijden dat het vlak gemakkelijk krom gaat trekken worden het best planken met een beperkte breedte gebruikt waarbij de groeiringen in tegengestelde richting worden gelegd. 
    2. Lengteverbindingen :  dit zijn verbindingen in het verlengde van de vezelrichting met de bedoeling om het houtstuk langer te maken (bv. dakconstructie).
    3. Hoekverbindingen : verbindingen met hoekvormende vezelrichting (bv. raamwerk, laden, rekken,...).

    Voor de drie categorieën zijn er heel wat manieren om deze te realiseren.  Hierna worden de meest gebruikte hedendaagse mogelijkheden uitgelegd.  Heel wat oude verbindingen zijn buiten gebruik geraakt omwille van enerzijds het gebruik van machines en anderzijds de ontwikkeling van zeer sterke lijmen. 

    1. Breedteverbindingen

    1.A. Breedteverbinding met koude voeg

    Afb. Pi-design
    Dit is een eenvoudige en snelle methode waarbij de planken zonder enige vorm van verbindingstechniek aan elkaar worden gelijmd.  Met de huidige kwaliteit van houtlijmen is dit een goed aanvaardbare houtverbinding.
    Hoe ?
    - de geschaafde planken dienen perfect haaks te zijn,
    - de lijm dient zorgvuldig te worden aangebracht (zie lijmen en klemmen),
    - let erop dat bij het klemmen de planken mooi gelijk blijven. Gebruik hiervoor het best een lijmknecht en klem over geheel de breedte bovenaan en onderaan latten of plaats telkens op de naden en langs beiden uiteinden een  lijmtang zodat de planken vertikaal niet kunnen verschuiven (zie ook specifieke klemtips - breedteverbindingen) .

    Voordelen :
    - geen storende verbindingselementen (zoals veren, lamellen) op de kopse kanten,
    - de verbinding kan op om het even waar doormidden worden gezaagd zonder risico op het zichtbaar worden van verbindingselementen.
    - een snelle en eenvoudige verbindingsmethode.

    Nadelen :
    - Bij het eventueel loskomen of opentrekken van de lijmvoeg wordt doorkijken niet belet.
    - risico van verschuiven bij het lijmen en klemmen.

    1.B. Breedteverbinding met losse veren 

    Fig. 1 breedteverbinding met veren (Afb. Pi-Design)

    Fig. 2 niet doorgetrokken veren (Afb. Pi-Design)
    Bij deze  methode worden in de lengte groeven gefreesd waarin een strook (bij voorkeur) multiplex of een massieve lat (veer) wordt gelijmd.  Dit is een zeer stevige en gemakkelijk uit te voeren verbinding.

    Werkwijze :
    - De groeven kunnen op verschillende manieren worden gemaakt :
    1. De meest gebruikte, precieze en professionele is met een profielfrees gemonteerd op een topie.
    2. Groeven met een beperkte diepte kunnen met een bovenfrees worden gerealiseerd.  Hierbij wordt de bovenfrees omgekeerd gemonteerd op een aangepaste bovenfreestafel voorzien van een stevige zijgeleiding.
    3. Met de tafel zaagmachine waarbij de plank in de dikte langsheen de zijgeleider op de gewenste diepte (door het instellen van de zaaghoogte) en breedte (door de afstand van het zaagblad ten opzichte van de zijgeleider in te stellen) wordt gezaagd.  Voor een nauwkeurige uitvoering is het belangrijk dat de plank goed langsheen de geleider wordt aangedrukt en dat deze geleider een perfect haakse hoek vormt met de zaagtafel.
     
    - de veren zijn in de dikte passend, in de breedterichting wordt een spelling van een 2-tal mm voorzien, dit om ophoping van lijm te voorkomen en zwellen van het hout op te vangen.

    - klemmen gebeurt het best met een lijmknecht.
    Voordelen :
    - weinig risico voor verschuiven bij het lijmen en klemmen,
    - bij eventueel opentrekken van een lijmvoeg is doorkijken niet mogelijk.

    Nadeel :
    De latten ontsieren de kopse kant.  
    Dit kan eventueel worden vermeden door :
    1. veren te gebruiken uit massief hout van dezelfde houtsoort die minder opvallen,
    2. de groeven met de veren niet te laten doorlopen tot de uiteinden (zie fig. 2).

     1.C. Breedteverbinding met verlijmingsprofielen 

    Voorbeeld verlijmingsprofiel (Afb. Pi-Design)
    Dit is in de moderne schrijnwerkerij een veelvuldig gebruikte breedteverbinding waarbij frezen met verschillende soorten van verlijmingsprofielen worden gebruikt.
     
    Voorwaarden :
    - De plank dient in de lengte perfect recht te zijn.
    - Een schuine tand- en groefvorm sluit zonder speling. Hierbij is een goede lijmverdeling een aandachtspunt. Lijmophoping kan het zuiver dicht sluiten beletten.
    Voordelen :
    - weinig risico van verschuiven bij het lijmen en klemmen,
    - door het grote lijmoppervlak is dit een zeer sterke verbinding.

    Nadelen :
    - een verbinding die enkel is uit te voeren met een (krachtige) topie die vanwege de veiligheid het liefst is voorzien van een automatische doordrijver,
    - een zigzag of vingerlas verbinding is kwetsbaar, een gebroken tand kan het dichtsluiten verhinderen,
    - de regeling van de profielen dient zeer nauwkeurig te gebeuren.
    - de planken dienen in twee werkstappen te worden gefreesd, éénmaal met het even profiel en andermaal met het contra/oneven profiel waarbij ofwel het freesprofiel (contra-profiel) of de freeshoogte dient veranderd.

    1.D. Breedteverbinding met lamellen

    Lamellenverbinding (Afb. Pi-Design)
    Dit is een verbindingstechniek gebaseerd op het lijmen met een koude voeg waarbij op geregelde afstanden lamellen worden aangebracht.  Het aanbrengen van de lamellen moet er voor zorgen dat de planken bij het lijmen en klemmen goed op hun plaats blijven.  De verbinding kan ook worden gemaakt met deuvels en valse pennen maar deze werkwijze is om diverse redenen af te raden en wordt nog weinig toegepast.

    Werkwijze :
    - de buitenste lamellen worden ong. 5 à 8 cm van de rand van de plank geplaatst en
    - de tussenlamellen ong. 15 à 25 cm van elkaar,

    Voor een meer gedetailleerde werkwijze zie :  Gereedschappen - werken met de lamellenfrees - lengte verbindingen
    Voordelen :
    - gemakkelijk uit te voeren met een eenvoudige en relatief goedkope lamellenfrees.
    - het risico op verschuiven bij het lijmen en klemmen zoals dit voorkomt bij een koude voeg wordt vermeden.

    Nadelen :
    - Bij het eventueel loskomen of opentrekken van de lijmvoeg wordt doorkijken niet belet.
    - de lengte van de breedteverbinding dient aangepast te worden aan de afmetingen van de constructie want de lamellen worden op wel bepaalde afstanden geplaatst.  Doorzagen geeft risico dat de lamellen aan de kopse kant zichtbaar worden.

    1.E. Breedteverbinding met tand en groef

    Tand en groef verbinding (Afb. Pi-Design)
    De breedteverbinding waarbij aan de ene zijde een tand en aan de andere zijde een groef wordt gefreesd wordt veel toegepast en dit vooral bij plankenvloeren, -deuren en -wanden.

    Voorwaarden :
    - De groefbreedte is ongeveer 1/3 van de houtdikte, voor de groefdiepte wordt 6 tot 8 mm genomen, de tandbreedte wordt 0,5 mm smaller genomen.
    - De groef wordt het best 1 tot 2 mm dieper gefreesd dan de tandbreedte, dit om ophoping van lijm te voorkomen en zwellen van het hout op te vangen.
    Voordelen :
    - past goed in elkaar met weinig risico's op verschuiven,
    - bij eventueel opentrekken van een lijmvoeg is doorkijken niet mogelijk,
    - om de planken aan elkaar te lijmen is niet noodzakelijk klemmen noodzakelijk.  Dit is vooral handig bij vloerdelen waar het klemmen zo goed als onmogelijk is.

    Nadelen :
    - geeft houtverlies,
    - op de kopse kant is de tand en groef aansluiting zichtbaar,
    - de planken dienen met twee bewerkingen te worden gefreesd, één maal voor de tand en andermaal voor de groef,
    - de tand en groef kan enkel met een topie worden uitgevoerd en het best met een stel van frezen die op elkaar aansluiten.

    Top

    2. Lengteverbindingen

    Bedoeling van een lengteverbinding is om in het verlengde van de vezelrichting een houtstuk langer te maken en dit volgens eenzelfde lijn.  Omdat het aan elkaar lijmen van kopse kanten onmogelijk is dient er voor gezorgd te worden dat in de lengte van de vezelrichting een verlijmbare oppervlakte beschikbaar is.  Hierbij zijn twee mogelijkheden :

    2.A. Lengteverbinding volgens houtbreedte  2.B. Lengteverbinding volgens houtdikte 

    Schuine liplas (Afb. Pi-Design)

    Rechte liplas (Afb. Pi-Design)
    Verbinding met schuine (lip)las.
    Deze verbinding kan gelijmd worden en eventueel verstevigd met nagels of schroeven.

    Voorwaarden :
    - De lengte van de las is één- tot tweemaal de breedte van het houtstuk,
    - De hoogte van de borsten/schouderingen bedraagt 1/6 van de houtbreedte,
    - Klem goed bij het verlijmen van de onderdelen en dit zowel in de dikte als in de breedte.

    Werkwijze :
    1. Zaag eerst volledig de schuine zijden.  Dit kan manueel (al of niet met een verstekbak, -geleider), met een elektrische verstekzaag of eventueel cirkelzaag (voor bredere houtstukken).
    2. Zaag (met een handzaag) de inkepingen/lippen.  Een variante zonder lippen (zie fig. 1) kan ook maar deze verbinding is minder stevig/stabiel en de risico's op verschuiven bij het lijmen zijn groter.
    3. Kort de uiteinden van beide houtstukken in zodat de lippen goed aansluiten.
    Verbinding met rechte liplas.
    Deze verbinding kan gelijmd worden en eventueel langs beide zijden verstevigd met nagels of schroeven.

    Voorwaarden :
    - De twee delen halfhout dienen goed recht te zijn,
    - De schouderingen dienen aan beide uiteinden strak aan te sluiten.
    - De lengte van de las is minstens één- tot tweemaal de houtbreedte.

    Werkwijze :
    Maak het halfhout van beide onderdelen.  Dit kan :
    - door manueel in de breedte (tot 1/2 van de houtdikte) en lengte te zagen,
    - met een topie pennen te kappen (voor een beperkte pen-/liplengte),
    - met een bovenfrees tot halfhout weg te frezen,
    - met een tafel cirkelzaag waarbij eerst in de breedte (tot 1/2 van de houtdikte) langs de schoudering wordt gezaagd en vervolgens loodrecht op het zaagblad in de lengte (liplengte beperkt tot de zaaghoogte !).  Het loodrecht zagen, wat niet zo evident is, kan worden vervangen door verschillende keren (afhankelijk van de breedte van de zaagsnede) in de breedte te zagen tot de volledige lengte van het halfhout is weggezaagd.  Het onregelmatig oppervlak van het weggezaagd halfhout kan vervolgens perfect worden recht gestoken met een beitel.
    Varianten

    Fig. 1 Schuine las (Afb. Pi-Design)

    Fig. 2 Schuine haaklas (Afb. Pi-Design)
    Variante

    Haaklas (Afb. Pi-Design)

    Een haaklas wordt toegepast wanneer in de lengterichting grote trekkrachten optreden. De lengte van de las is één- tot tweemaal de houtbreedte.  De diepte van de inkepingen worden bepaald door de dikte in zesden te verdelen. 

    Zonder een specifieke constructiemethode kan een lengteverbinding ook worden gerealiseerd door twee houtstukken met een overlapping en gelijkgericht op elkaar te lijmen.  Op deze wijze wordt een soort van gelamineerd hout gemaakt.  Met deze techniek, waarbij twee of meerdere houtstukken in de lengte op elkaar worden gelijmd is het mogelijk om zeer lange, sterke en stabiele overspanningen te realiseren.  Ook gebogen constructies kunnen op deze manier worden gerealiseerd.  

    Top

    3. Hoekverbindingen

    .A. Halfhout verbindingen 
    Bij deze verbindingen wordt van ieder te verbinden houtstuk 1/2 van de houtdikte weggehaald zodat een lip en een schoudering ontstaat.

    Voorwaarden :
    - de verbinding moet vlak, haaks, op maat en zuiver afgewerkt zijn,
    - de schouderingen moeten nauwkeurig op de dagzijden aansluiten,
    - de halfhoutverbinding heeft op zichzelf geen sterkte en dient te worden verstevigd door te lijmen, te nagelen of te schroeven.

    Werkwijze :
    - teken eerst met een fijn potlood nauwkeurig alle lijnen af, gebruik voor de kruishoutlijn het kruishout.,
    - zaag beide stukken tot op 1/2 van de houtdikte,
    - zaag vervolgens de lengte van de lippen bij de hoekverbinding en de regel bij een T-verbinding,
    - bij een kruisverbinding of de stijl van een T-verbinding wordt het hout ofwel met een beitel weggekapt, met een bovenfrees weggefreesd (werkwijze zie Gereedschappen - Werken met de bovenfrees - Groeven frezen ) of met een elektrische zaag door verschillende keren (afhankelijk van de breedte van de zaagsnede) in de breedte te zagen tot de volledige lengte van het halfhout is weggezaagd.  Het onregelmatig oppervlak van het weggezaagd halfhout kan vervolgens worden recht gestoken met een beitel.

    Een hoekverbinding op halfhout kan zijn toepassing vinden in drie verschillende verbindingen, zijnde :

    - hoekverbinding (afb. 1),
    - T-verbinding (afb. 2) en
    - kruisverbinding (afb. 3)


    Afb.1 Hoekverbinding op halfhout (Afb. Pi-Design)
    Afb. 2 T-verbinding op halfhout (Afb. Pi-Design)

    Afb. 3 Kruisverbinding op halfhout (Afb. Pi-Design)

    3.B. Pen- en gatverbindingen 
    Terminologie en voorwaarden :

    Pendikte : is ongeveer 1/3 van de houtdikte waarbij de afmetingen worden aangepast aan de diameter van de boor.

    Penlengte : is bij een gesloten gat min. 2 mm korter dan de diepte van het gat.  Bij een open gat is de lengte = diepte van het gat.

    Penbreedte :
    - is bij een open gat = lengte van het gat,
    - wordt bij een gesloten gat verminderd met 1/4 van de regelbreedte.  Deze penvermindering wordt ook menagering genoemd.
    - bij profileringen (lijsten), paneelgroeven en sponningen wordt de penbreedte verminderd met de dagvermindering, d.w.z. :

     1. de diepte van de groef/profilering,
     2. de diepte van de sponning/lijst op meer dan 1/3 van de houtdikte,

    Gatdiepte
    :
    - is bij een gesloten gat = ongeveer 3/4 van de breedte van de stijl,
    - is bij een open gat = breedte van de stijl

    Gatlengte :
    is altijd = de resterende penbreedte.

    Schouderingen/borsten :
    moeten steeds dicht sluiten.

    Toegeving/toesteek :
    bij een sponning of lijst op meer dan 1/3 van de breedte dient een toesteek aan de pen te worden voorzien.  TOESTEEK = SPONNING-/LIJSTBREEDTE
    Anatomie en benamingen van een pen- en gatverbinding
     

    3.C. Verstekverbindingen  
    in voorbereiding

    Top

    ©2008-2019 Pi-Design - W. Huybrecht